Zo vrolijk als hij er altijd uitziet, zo minder vrolijk is zijn verhaal. Jacob* (27) komt uit een arm, Amerikaans/Surinaams gezin, waarin zijn ouders hem altijd fysiek en mentaal mishandelde. Op school was hij ook niet veilig door alle pesterijen en uiteindelijk belandde hij zelfs op straat, waar hij bij elkaar zes maanden alleen doorbracht. Ja, hij was dakloos. Maar inmiddels gaat het goed met hem. Hij heeft een lieve vrouw, een leuk huisje in Amsterdam, een toffe baan als bedrijfsleider bij sandwichtent Sal Meyer en een dezer dagen wordt hij ook nog eens vader.
Uit een gezin van vier broers is Jacob al zolang hij zich kan herinneren mishandeld door zijn ouders. De jongste herinnering die Jacob heeft, is van toen hij pas vier jaar oud was. “Mijn broer had een schaar in de videorecorder gedaan en toen kwam mijn vader binnen. Hij zag het, dacht meteen dat ik het gedaan had en sloeg me vervolgens helemaal bont en blauw. Zonder eerst te kijken of het kapot was en wie het werkelijk had gedaan. Het was zo erg dat ik niet eens de straat op kon, want dan zouden mensen het zien en zeker de politie bellen. Pas later keek hij of de videorecorder kapot was, maar toen had ik al pak slaag gekregen. Als er iets gebeurde, moest iemand ervoor gestraft worden, vond mijn vader”, zegt Jacob.
“Maar je moet je voorstellen, ik was vroeger (en nog steeds) echt een braaf kind. Ik deed niks, zei niks, zat altijd in de boeken en kwam nooit laat thuis. Tuurlijk was ik wel een keertje brutaal of stal ik snoep uit de kast, maar los daarvan was ik echt geen erg kind. Ik hoefde maar per ongeluk een glas of bord te breken en dan kreeg ik geen normale pak slaag, zoals een klap op je bil. Ze sloegen me met alles wat er was: stokken, bezems, met de ijzeren kant van een riem. Het werd ze gewoon zwart voor hun ogen. Het was zelfs zo erg dat ik botten heb gescheurd en mijn broer zijn voet heeft gebroken.”
Mentaal werd Jacob ook vernederd. “Ze ontmoedigden me altijd. Toen ik bijvoorbeeld net in groep drie zat en voor het eerst begon met school, hoorde ik elke dag van mijn ouders dat ik dom was en het toch niet zou gaan halen. Het was altijd negatief. Ook over mijn cijfers, dat ze laag waren, terwijl ik dan een 7 had. Dan vroegen ze waarom het geen 9 was en als het dan een 9 was, ‘overdreef ik’. Het ging echt nergens over en het was gewoon echt een hel.”
Op een dag besloot hij het allemaal niet meer te pikken van zijn ouders. Maar dat was voor hun reden genoeg om de toen 18-jarige Jacob uit huis te zetten. Zonder geld of hulp. Gelukkig kon hij op dat moment even terecht bij zijn beste vriend en diens moeder. Hij wist echter niet dat zij haar baan had verloren en de huur niet meer kon betalen. “Drie weken lang was ik echt super gelukkig en voelde het alsof ik weer een nieuwe moeder had. Nog steeds hoor. Ze ziet me ook echt als haar zoon en ik vind het heel mooi dat zoiets kan, terwijl degenen die eigenlijk voor je moesten kiezen, het niet doen.”
Na die paar weken werden ze uit hun huis gezet en waren er opeens drie mensen dakloos. “Ik had toen eigenlijk geen opties meer, want voor hun werd er al snel iets gevonden, maar voor mij niks. Ik was ook een beetje te trots om te zeggen dat het wel goed zou komen en dat ik iets zou vinden, maar het was misschien beter geweest toe te geven dat ik toch hulp nodig had.”
Jacob had in die tijd een vriendin, maar van haar moeder mocht hij niet blijven slapen. Soms sliep hij stiekem op hun dak, maar uiteindelijk liep die relatie stuk en was hij genoodzaakt elders een plekje te zoeken. “In het Vondelpark had je een glijbaan en daar aan de bovenkant sliep ik vaak, omdat mensen je dan niet zien. In het park heb ik veel tijd gehad om na te denken over wie ik ben, wat ik wil, wat mijn principes zijn en waar ik voor sta in het leven.”
Hij vertelt dat het lastig was om hulp te krijgen in Amsterdam. Via de GGD probeerde Jacob ‘Beschermd Wonen’ te regelen. Dat is wonen onder toezicht en begeleiding. “Maar ik had geen strafblad, was niet verslaafd en ook geen probleemjongere, dus ik had er geen recht op. Het is heel moeilijk om daarvoor in aanmerking te komen en ze zeiden dat ik het wel zou redden. Ik was daar helemaal niet blij mee, want ik had echt hulp nodig.”
Jacob was dus eigenlijk nergens meer veilig en koos ervoor om toch in een opvangcentrum te slapen. “Als jongere mag je in Nederland in bepaalde opvangcentra tien dagen in een maand slapen, maar dat vond ik veel enger dan buiten. Het was daar heel makkelijk om in aanraking te komen met alcohol of drugs en als je dat eenmaal doet, blijf je erin. Dit was voor mij een eyeopener dat ik ervoor moest zorgen dat ik er goed uitkwam. Ik moest helder blijven, bezig zijn, solliciteren, een kamer vinden. Maar bovenal niet mijn problemen proberen te vergeten, wat veel mensen doen.”
Het geloof in zichzelf zat hem in zijn trots en koppigheid. “Een ander vindt dat misschien wel een van mijn negatieve kanten, maar voor mij was het een manier om te overleven. Verder houd ik de hoop erin, want je hebt niks anders dan hoop dat het wel goedkomt. Ik denk ook niet meer in problemen, maar in oplossingen. Dat komt door mijn faalangst, waar ik vroeger veel last van heb gehad door mijn ouders en daardoor dingen niet probeerde. Nu zet ik de ladder telkens ietsjes hoger dan wat ik kan bereiken, zodat ik naar iets kan groeien.”
Uiteindelijk, mede dankzij het geloof in zichzelf en zijn positieve mindset, vond Jacob een studentenkamer. Ondanks dat hij op dat moment niet studeerde, mocht hij er toch wonen. “Het was heel goedkoop, maar ook echt één bij één. Er paste alleen een bed in en ik kon net lopen. Ik kreeg een baan in een kleine toko en daarmee kon ik gewoon opnieuw beginnen.”
Het dakloos zijn, heeft Jacob wel de liefde van zijn leven gebracht, waar hij in augustus 2016 mee trouwde. “Ik zat al jaren bij een jeugdvereniging en in 2012 organiseerden ze een reis naar Parijs voor een Europese Songfestival. Hier deden allemaal mensen van de vereniging aan mee en je kon mee als aanhang van jouw land. Ik was op dat moment dakloos en had maar 75 euro en de reis was volgens mij 70 euro. Ik koos ervoor om toch te gaan. En mijn vrouw ging vanuit Finland ook naar Parijs en toen heb ik haar daar ontmoet. Het was de beste keuze die ik in mijn leven heb gemaakt.”
Jacobs vrouw kan op elk moment bevallen van hun eerste kindje. “Mijn zoontje ga ik Jacob* noemen, omdat hij niet mijn achternaam krijgt, want die is van mijn vader. Hij krijgt de achternaam van zijn moeder. En daarmee geef ik hem iets van mij, los van mijn DNA. Ik wil hem laten zien dat ik het wél kan en dat het helemaal niet zo moeilijk is om ouder te zijn. Althans, om gewoon je best te doen, is denk ik niet moeilijk.”
Zijn broers ziet Jacob af en toe en het contact is oké, maar niet zoals het zou moeten zijn tussen broers, vindt hij zelf. Zijn ouders daarentegen ziet of spreekt hij niet meer. Ze wonen wel in Amsterdam en al is de stad nog zo groot, af en toe komt hij ze tegen. “Dat is raar. Mijn vader probeert wel dichter bij me te komen, om daarna weer keihard weg te rennen, maar mijn moeder totaal niet. Voor mij is het lastig, want ik ben heel boos en gekwetst. Soms valt mijn boosheid even weg en bedenk ik me dat het toch mijn ouders zijn, dat ik ze mis en hoop dat het toch weer goed komt op een bepaalde manier. Maar dan besef ik me dat het niet kan, omdat ze zijn hoe ze zijn, ze me altijd gekwetst hebben en dat ook altijd blijven doen.”
Eind goed, al goed. Jacob heeft veel van zijn verleden van zich af kunnen schrijven en houdt zijn leven tegenwoordig in balans door alles nuchter en met realisme te bekijken. Hij schrijft voornamelijk raps over zijn leven en gevoel. “Maar ook over mijn verleden, ouders en de liefde. Ik schrijf van alles wat ik voel. Voor mij werkt dat heel goed om het in raps op te schrijven. Als er iets met je gebeurt, moet je het van je af kunnen schrijven, schilderen, zingen of wat dan ook. Ik denk dat dat heel belangrijk is.”
Hier een rap die hij ooit schreef:
Binnenkort begint Jacob met een improvisatieklas voor stand-up comedians. “Gewoon als hobby, om ervaring op te doen. Ik denk dat het heel goed is om te kunnen improviseren op bepaalde situaties.” En daarnaast zal hij het natuurlijk druk hebben met zijn gezinnetje en zijn baan. Wat hij jou nog mee wil geven? “Je verleden, heden en omstandigheden bepalen nooit wat morgen zou kunnen zijn!”
*De naam van Jacob is om privacyredenen gefingeerd. Zijn echte naam is bekend bij de redactie.